spoor: H0 tijdperk: IV
Actueel model: Goederentreinstoomlocomotief serie 041 van de Deutsche Bundesbahn (DB) met gescheiden tender en kolenstook. Ombouwversie met nieuwbouw-hoogvermogenketel, 2'2'T34-kolentender, Witte-windschermen, DB Reflex-glaslampen, eenzijdige automatische stopinrichting en waarschuwingsverf op bufferschijven. Registratienummer 041 282-5. Onderhoudstoestand circa 1969/70.
Klein model: Met Digital-decoder mfx+ en talrijke geluidsfuncties. Hoogvermogen geregelde motor met vliegwiel in de ketel. 4 aangedreven assen. Gripbanden. Locomotief en tender voornamelijk van metaal. Voorbereid voor inbouw van rookgenerator art. nr. 7226. Continu bedrijf van de drielichtslantaarn (omkeerbaar afhankelijk van de rijrichting) en eventuele rookgenerator in conventionele bedrijfsmodus, selecteerbaar in digitale modus. Onderhoudsvrije warmwitte LED-verlichting. Korte koppeling instelbaar op spoorradius met kinematica tussen loc en tender. Korte koppeling met variabele verlenging in NEM-box aan de achterkant van de tender en aan de voorkant van de loc. Minimale boogstraal: 360 mm. Beschermbuizen voor zuigerstangen, remslangen en imitatie schroefkoppelingen meegeleverd. Lengte over de buffers 27,5 cm.
Control Unit |
Mobiel Station |
Mobiel Station 2 |
Centraal Station 1/2 |
Centraal Station 3/2 |
|
Fanal | - | - | - | - | - |
Contact rookgenerator | - | - | - | - | - |
Noise.loco.vap. | - | - | - | - | - |
Locomotieffluit | - | - | - | - | - |
Directe bestelling | - | - | - | - | - |
Remgeluid uitgeschakeld | - | - | - | - | |
Luchtpomp | - | - | - | - | |
Wegfluit | - | - | - | - | |
Teamuitlaat | - | - | - | - | |
Kolen scheppen | - | - | - | ||
Kantelraster | - | - | - | ||
Waterpomp | - | - | - | ||
Injector | - | - | - | ||
Brandstofupgrade | - | - | - | ||
Brandstofupgrade | - | - | - | ||
Brandstofupgrade | - | - | - | ||
Schuren | Dit is de eerste keer dat ik het zie. | - | |||
Double A manoeuvreerlicht | Dit is de eerste keer dat ik het zie. | - | |||
Manoeuvreersnelheid | - | ||||
Generator geluid | Dit is de eerste keer dat je een generator ziet. | - | |||
Ruis 1 | - | ||||
Rail joint | - | ||||
Veiligheidsklep | - | ||||
Koppelingsgeluid | - |
Highlights:
- Opengewerkt staafchassis en talloze toegevoegde details.
- Hogeprestatiemotor met vliegwiel in de ketel.
- Met digitale mfx-decoder en diverse geluidsfuncties.
Serie 41 De locomotief van de serie 41 1'D1' (asindeling 141) werd door de industrie ontworpen voor snelle goederentreinen als onderdeel van het locomotiefunificatieprogramma van DRG. De twee prototypen werden in 1936 geleverd door Schwartzkopff. Het chassis was van een nieuw ontwerp en de ketel was dezelfde als die van de serie 03, met dit verschil dat hij voor de BR 41 was ontworpen voor 20 bar. De aslast kon worden ingesteld op 18 of 20 ton. De 41-serie was de eerste universele multifunctionele locomotiefserie. Na de twee voorseries volgden 364 licht verbeterde serielocomotieven, die in 1941 door bijna alle Duitse locomotieffabrieken werden geleverd. De locomotieven, die met hun 1.900 pk snelheden van 90 km/u konden halen, werden op bijna elk gebied ingezet. Na de Tweede Wereldoorlog bleven 216 locomotieven bij de DB. De verouderde ST47K ketels van de machines bleken echter al snel een probleem. Maar omdat het onmogelijk was om de 41 serie weg te doen, ontwierp DB een volledig gelaste ketel met verbrandingskamer als vervanging. Vergeleken met de tot dan toe gebruikte langebuisketel had deze een groter verwarmingsoppervlak met een zeer efficiënte straling en kon daardoor zwaardere belastingen aan. Tussen 1957 en 1961 werden 102 locomotieven van de serie 41 in de hoofdwerkplaats in Braunschweig uitgerust met deze nieuwe ketel, die samen met de verwijdering van de voorschort het uiterlijk van de BR 41 aanzienlijk veranderde. Veertig van deze omgebouwde locomotieven werden ook uitgerust met een oliegestookte hoofdketel. De laatste omgebouwde machines met verwarmingsroosters moesten in 1971 de dienst verlaten.
Je vindt dit model in een gelijkstroomuitvoering in de Trix H0-serie onder ref. 22841.